De jachtluipaard is het snelste landdier ter wereld. Ook kleine dieren kunnen razendsnel lopen. In de familie van de spinachtigen neemt de Afrikaanse reuzenteek de plek in van een turboteek.
Je herkent de teek aan haar gestreepte pootjes. Ze is met haar lengte van één centimeter maar liefst twee keer zo groot als een Nederlandse teek. Je kunt haar dus niet snel verwarren met een Nederlandse tekensoort.
Biologen noemen de reuzenteek ook wel Hyalommateek. Ze dankt haar naam aan haar glasheldere (hyalos = glas) ogen. De reuzenteken verstoppen zich in de bodem en komen tevoorschijn als er een dier in buurt komt.
Met de snelheid van een pissebed sprinten ze naar het dier toe en klimmen op de huid. Eenmaal vastgeklampt op de huid is het tijd voor een bloedmaaltijd. Hiervoor hebben ze twee vlijmscherpe vampiertanden waarmee ze met alle gemak door een huid bijten.
Biologen hebben ontdekt dat reuzenteken, verstopt in het verenpak van trekvogels, uit Afrika naar Europa meeliften. De teek is plat en heeft een heel stevig pantser. Hun pootjes hebben allemaal kleine haakjes waaraan alles blijft hangen, dus ook in de veren van vogels. De perfecte bagage voor een wekenlange reis.
Een volgezogen Hyalommateek laat zich in het gras vallen wanneer de vogels in Europa aankomen. Ze zijn dan volgroeid tot volwassenen. Met een goed klimaat, dus warme en droge winters, kan een volwassen teek ook in Nederland overwinteren.
Onderzoekers kwamen erachter dat de teek de Zuid-Europese winter overleeft. Zo kan het dat ze eitjes legt. Uit die eitjes komen larven die uiteindelijk opgroeien tot tieners; ook wel met een moeilijk woord nimf genoemd. Die hongerige en al snellopende tieners gaan dan op zoek naar de volgende bloedmaaltijd. Als dat lukt, dan groeien ze bij de volgende pechvogel op tot een volwassen teek.
En dan begint alles weer van vooraf aan. De stapjes van ei-larve-nimf-volwassen heeft een moeilijk woord: levensstadia. Natuurlijk kan de reuzenteek alleen door al deze stapjes als ze onze winter overleeft. Volgens onderzoekers is die kans gelukkig nog klein. Daarvoor is het vaak nog te nat in ons kikkerlandje.
Auteur: Amar Nanda